Kan het levensverhaal van Augustinus jou inspireren?

 

Een ambitieuze student met vriendin en kind
Augustinus werd geboren in 354 te Thagaste in Algerije en hij stierf er in 430 in de havenstad Hippo. Daar was hij 35 jaar bisschop. Augustinus verbleef zijn hele leven in Afrika, met een onderbreking van vijf jaar. Zijn moeder Monica die zelf christen was, bad vele jaren opdat haar zoon ook die schat zou mogen ontdekken.

Noord-Afrika was in die tijd een deel van het Romeinse Rijk. Begaafd als hij was, studeerde hij Latijnse literatuur en kreeg hij een opleiding tot welsprekendheid. Zijn ouders waren niet rijk maar hadden er alles voor over om hun zoon te laten studeren. Tijdens zijn eerste studietijd in Carthago had hij een meisje ontmoet met wie hij ging samenwonen. Een zoon Adeodatus werd geboren. Volgens het toen geldende huwelijksrecht kon hij met deze vrouw niet trouwen. Wel zouden ze 15 jaar samenwonen totdat hij koos voor een Godgewijd leven.

 

Rusteloze zoeker naar waarheid, diep geraakt laat hij zich dopen tot christen
Omwille van een betere discipline onder studenten ging hij in Rome verder studeren. Een dialoog van Cicero raakte hem omwille van de mooie taal maar ook omwille van zijn aansporing om de wijsheid te zoeken. In die zoektocht begon hij te lezen in de Bijbel, maar hij was er innerlijk niet aan toe. Hij werkte hard voor zijn studie, hij wilde vooral schitteren.

Een tijdje voelde hij zich aangetrokken door de sekte van het Manicheïsme. Hij hoopte daar een antwoord te vinden op de vraag van waar het kwaad vandaan komt, maar hun antwoorden stelden hem teleur. Later zal hij zelfs hun visie weerleggen.

In Milaan leerde hij bisschop Ambrosius kennen. Deze ontving hem als een vader en zou een beslissende invloed hebben op zijn uiteindelijke besluit zijn wereldse carrière op te geven en zich tot christen te laten dopen. Ambrosius had de faam een goed predikant te zijn en Augustinus ging naar hem luisteren zo vaak hij kon. In Milaan leerde hij er ook de filosofie van Plato kennen die hem de weg wees naar zijn innerlijk.

Dankzij de ontmoeting met twee christenen die hun carrière hadden laten staan en kozen voor een kloosterleven, begon hij zich af te vragen of dit ook geen weg was voor hem. Dankzij het horen zingen van een kind in de tuin in Milaan: ‘Neem en lees. Neem en lees.’ neemt hij opnieuw de Bijbel ter hand en als hij in stilte de eerste tekst leest waar zijn oog op valt, krijgt hij de innerlijke zekerheid om toch christen te worden.

 

Grondlegger van het christelijk leven in gemeenschap
Toen Augustinus in de herfst van het jaar 386 zijn functie opgaf, trok hij zich met zijn moeder, zijn zoon en enkele vrienden terug op een landgoed, Cassiciacum genaamd, in de buurt van Milaan. Daar bereidde hij zich voor op zijn doop, die plaats had in de Paasnacht van 387. Daarna besloot de groep om terug te gaan naar Afrika en daar de levenswijze voort te zetten waar zij in Cassiciacum mee begonnen waren: een leven in gemeenschap, gewijd aan bezinning, studie en gebed. In Ostia moesten zij geruime tijd wachten om naar Afrika te kunnen oversteken. Tijdens die periode overleed zijn moeder. Zijn ideaal om met gelijkgezinde christenen samen te leven zal op velerlei wijzen verder gaan, tot op vandaag.

Terug in Afrika vestigde de groep zich in het ouderlijk huis van Augustinus te Thagaste. Adeodatus is in deze eerste periode in Afrika heel jong gestorven, hij was zeventien jaar.
In dezelfde periode waarin hij de Belijdenissen schreef, werkte hij ook aan de eerste drie boeken van christelijke scholing. Hij laat zien dat vorming niet alleen aan de hand van klassieke geschriften, maar ook aan de hand van de Schrift kan plaatsvinden.

 

Bisschop uitgeroepen door het volk, bisschop van het volk
De stilte en de rust van Thagaste hebben niet lang geduurd. Toen Augustinus in Hippo iemand opzocht die hij voor zijn gemeenschap wilde aanwerven, ging hij op zondagmorgen naar de kerk. Daar legde de bisschop, Valerius, aan zijn gelovigen uit dat hij een helper wilde hebben om hem in zijn taken bij te staan. Of hij nu wilde of niet, de mensen wezen naar Augustinus, en er was geen ontkomen meer aan. Enkele jaren daarna wijdde Valerius hem ook tot bisschop, om zijn opvolger te worden.

Een eerste taak lag voor Augustinus in zijn bisschopskerk, waar hij op de zondagen en vele dagen van de week preekte. Regelmatig vroeg men hem ook op andere plaatsen. 600 preken zijn van hem bewaard gebleven, naar schatting slechts een tiende deel van al zijn preken.

Met vragen van allerlei aard kwamen ze naar de bisschop, zo werd hij de bisschop van de mensen. Vaak waren het kwesties over geld en erfenissen, en in deze zaken was de bisschop ook de bevoegde rechter. Mensen die hun schuld niet konden afbetalen hielp hij met de financiële middelen uit de kerkenkas. Ook spande hij zich in tegen mensenhandel en de doodstraf.

 

Verdediger van de christelijke visie tegen ketterijen van zijn tijd
In zijn tijd telden de steden meestal twee bisschoppen een katholieke en een donatistische. Deze laatsten vonden dat bisschoppen die heilige boeken hadden uitgeleverd aan de onverdraagzame Romeinen, verraders waren en niet meer geldig de sacramenten konden bedienen. Augustinus heeft gesprekken ter verzoening gevoerd maar zonder succes. Uiteindelijk heeft de overheid moeten ingrijpen.

Ook heeft hij een strijd gevoerd tegen Pelagius die te sterk de nadruk legde op de vrije wil en het menselijk kunnen. Vanuit zijn bekeringservaring beklemtoonde Augustinus eerder Gods genade die werkzaam is in de mens.

 

Ondergang van het West-Romeinse Rijk en de dood van Augustinus
In 410 viel Rome in de handen van de Visigoten. Vele Romeinen vluchtten naar Noord-Afrika. Naar aanleiding van de plundering van Rome schreef Augustinus zijn boek De stad van God, het eeuwige dat blijft ook als het aardse vernietigd wordt. In 429 rukten de Vandalen op naar Noord-Afrika. De vernietiging van de Romeinse macht was begonnen. Augustinus weigerde te geloven dat het einde van het Romeinse Rijk, het einde van het christendom betekende. Tijdens de belegering van de stad Hippo, de boetepsalmen biddend, stierf hij op 28 augustus 430.